Tim (46) was enige Vlaming op Het Groot Dictee der Nederlandse Taal: “Jammer dat er in Vlaanderen nog zo weinig aandacht voor is”

Tim uit Oostkamp, de enige Vlaming op Het Groot Dictee der Nederlandse Taal: “Niet zo moeilijk, maar wel fijn om die Vlaamse eer eens hoog te houden”

Tim Van den Bussche (46) uit Oostkamp was zaterdag de enige Vlaming die deelnam aan de finale van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Hij eindigde op een mooie 21ste plaats, netjes in de middenmoot. “Geen schitterend resultaat, maar ik ben wel blij dat ik de eer van Vlaanderen heb kunnen verdedigen”, zegt hij.

Tim (46) is van opleiding leraar Nederlands, maar is momenteel aan de slag als zelfstandig vertaler. Hij is al jaren gepassioneerd door taal en doet regelmatig mee aan taalspelletjes en -wedstrijden. Zo won hij in 2019 nog de Vlaamse versie van het Groot Dictee.

“Niet zo moeilijk, maar wel fijn om die Vlaamse eer eens hoog te houden”

Toen Tim hoorde dat er een wildcard te verdienen was voor de finale van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal, twijfelde hij geen moment. Hij schreef zich in en tot zijn grote verbazing werd hij geselecteerd. “Ik was heel blij, want ik wilde al lang eens meedoen”, vertelt hij. “Ik had me ook goed voorbereid, ik heb de laatste weken veel geoefend.”

De finale vond plaats in het Concertgebouw in Amsterdam. Tim was de enige Vlaming tussen de 25 deelnemers. “Dat was wel een beetje spannend, maar ik heb me niet laten intimideren”, zegt hij. “Ik heb mijn best gedaan en ik ben blij met mijn resultaat.”

De tekst van het dictee was volgens Tim “niet zo moeilijk”. “Er zaten wel wat lastige woorden in, maar over het algemeen was het goed te doen”, zegt hij. “Ik heb uiteindelijk vijf fouten gemaakt, maar dat is niet zo slecht voor een eerste keer.”

Tim is trots dat hij de Vlaamse eer heeft kunnen verdedigen. “Het is jammer dat er in Vlaanderen nog zo weinig aandacht is voor taal”, zegt hij. “In Nederland is Het Groot Dictee een echte happening, maar in Vlaanderen is er veel minder belangstelling. Ik hoop dat daar in de toekomst verandering in komt.”